2013
Adrien Tirtiaux
Adrien Tirtiaux observeert de wereld en experimenteert ermee. Via zijn installaties en constructies tracht hij onze verhouding met de omgeving te vatten en te transformeren en ongemerkt de daarmee samenhangende symbolische socialisatieprocessen in vraag te stellen.
Voor de tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten heeft de kunstenaar het werk Mise à niveau bedacht, een lange muur van 1,65m hoog die een impact heeft op de volledige tentoonstellingsruimte, gepaard met een voorstel aan de andere finalisten om het prijzengeld op te splitsen in 9 gelijke delen van 6944,44€.
In de finale versie van Mise à niveau, geeft Tirtiaux het resultaat weer van zijn interacties met de andere kunstenaars evenals zijn eigen ambivalentie tegenover zijn voorstel. Hij bestelt 1500 betonblokken die nodig zijn voor de constructie van de oorspronkelijke muur en gebruikt een deel ervan om zich af te sluiten in zijn ruimte.
In dialoog met dit project specifiek bedacht voor de Young Belgian Art Prize, toont Tirtiaux twee interventies die hij in 2012 realiseerde en die getuigen van een gelijkaardig onderhandelingsproces. The Great Cut, gerealiseerd in het kunstencentrum Stroom in Den Haag eind 2012, is een voorstel aan 18 werknemers van de instelling om hun werkruimte geleidelijk met 21% te amputeren, het equivalent van de besnoeiing op de begroting dat het kunstencentrum in 2013 moet ondergaan. Het project MONUMENTALE ACADÉMIE reageert op de volgende verplaatsing van de École des Beaux-Arts van Tours. Tirtiaux was oorspronkelijk uitgenodigd om in te grijpen in de tentoonstellingsruimte van de school, maar stelde aan de professoren en studenten voor om een monumentale bol van 10m diameter te bouwen die zich over 3 verdiepingen uitzet.
Céline Butaye – Émile & Stéphy Languy Prize
Laureaat ÉMILE & STÉPHY LANGUY PRIZE 2013
Réflexions. Special relativity; Chasing a beam of Light (2013) (Speciale relativiteit; Het najagen van een lichtstraal) toont een verzameling van lichtstralen en zelfgemaakte prisma’s in verschillende maten, ondoorschijnend en transparant, met en zonder kleurstof. Céline Butaye maakt ze met epoxyhars en polyester, soms met kleurstof en veel schuurpapier. Elk prisma bevat, breekt, weerkaatst en visualiseert licht. Licht wordt zichtbaar via het oppervlak waarop het valt. Sommige prisma’s breken het licht op in zijn spectrale kleuren, andere voegen er kleur aan toe, schijnen in het donker of projecteren gewoon schaduwen. Op een site-specifieke manier zijn groepen lichtzoekers verspreid over de ruimte (dichtbij of op een afstand van de ramen, lichten en schaduw). De vloer en de architectuur vormen de voetstukken voor de prisma’s. Voor de installatie onderzocht de kunstenares hoe het licht zich in de tentoonstellingsruimte op verschillende momenten en in verschillende omstandigheden gedraagt.
Butaye ontleende de ondertitel van het werk dat ze hier voorstelt in aan Albert Einstein die zich herinnerde hoe hij denkbeeldig een lichtstraal najoeg en hoe dit mentale experiment een memorabele rol speelde in de uitwerking van zijn speciale relativiteitstheorie.(2)
Céline Butaye beschrijft haar werken als ‘gekleurde verwachtingen’, reflecties over ‘tijd’ en ‘ruimte’; ze proberen een ‘herinnering aan het heden’ te zijn (concept van Henry Bergson), om het te kunnen vereeuwigen. De ontdekking, het verlies, de vergetelheid, de herinnering, de verwachting, toevalligheden, begin en einde, grenzen, veranderingen, fouten, en de tegenstelling tussen origineel en replica bepalen haar werk.
Fabrice Pichat – BOZAR Prize
Laureaat BOZAR Prize 2013
Met iets van een fysicus, dan weer van een experimenteel musicus op zoek naar het juiste geluid, presenteert Fabrice Pichat twee installaties die zijn onderzoek over trillingen verder uitwerken.
In Musique moins mélodie worden trillingen van lage frequentie doorgegeven aan een structuur gemaakt van bouwhekken en schuim. In zijn experimenten, dempt Pichat geleidelijk het volume van de toon die de hekken voortbrengen en tracht hij de stilte zo dicht mogelijk te benaderen terwijl visueel, de afrastering van de hekken onscherp lijkt en golfbewegingen zichtbaar zijn. In Construire, reconstruire worden stukken van een gebroken glasplaat op zwarte metalen platen blootgesteld aan een constante trilling. De stukken glas kunnen worden bewogen om de originele vorm te herstellen, wat dankzij de eenvoud van het model puur op het zicht kan worden gedaan. Pichat verwijst naar de controlekamers in fabrieken waar een operator zich achter een glazen tussenwand bevindt en de ruimte van op een afstand manipuleert, observeert en test. In zijn opstelling wordt de positie van de operator, hier het publiek, opnieuw geëvalueerd doordat hij geen controle heeft over de ultratrage bewegingen van de glazen elementen.
Félicia Atkinson – Émile & Stéphy Languy Prize
Laureaat ÉMILE & STÉPHY LANGUY PRIZE 2013
Zoals in haar geïmproviseerde muziek, opgebouwd uit loops, saturatie en verstoringen, bestaat de artistieke praktijk van Félicia Atkinson uit arrangementen, improvisaties, visioenen en inbreuken, waarin visuele elementen, tekst en geluid samengebracht worden.
Deze installaties, vaak op de grond of tegen een muur, kunnen worden gezien als overblijfselen van een mentaal pad, of als kleine, mysterieuze bouwsels. Haar vaak abstracte schilderijen, tekeningen en sculpturen zijn beïnvloed door de Amerikaanse schilderkunst (Morris Louis, Cy Twombly, Richard Tuttle) en geïnspireerd op avant-gardistische expressievormen waarin toeval en structuurloosheid een rol spelen (Fluxus, John Cage, La Monte Young).
De installatie THROUGH THE QUIET AXIS, ALL THE ROADS ARE CIRCULAR (Doorheen de kalme as, zijn alle wegen cirkelvormig) verwijst naar een erg kosmisch, vrij lang en contemplatief klankstuk* dat Félicia Atkinson twee jaar geleden heeft gecomponeerd. Het is ook een vrije hommage aan de Amerikaanse schilder Lowry Burgess (een ‘space artist’ die nog steeds leeft) die een ‘kalme as’ wilde creëren. De installatie bestaat uit verschillende componenten (aquarellen, grote doeken, beeldhouwwerken, een boek) en uit diverse materialen (hout, klei, papier, zijde, archiefbeelden…). Het gegeven van de lus, de metamorfose van tekening naar beeldhouwwerk, de golf, de abstractie, de verplaatsing van het atelier naar de tentoonstellingsplaats, het refrein, het toeval, de verbeelding, de improvisatie als voorwerp, het plan, de drempel: stuk voor stuk zijn het kwesties die door de installatie worden aangekaart.
*Visions and Voices, uitgebracht op vinylplaat onder het label Umor-rex in 2013.
Helmut Stallaerts – ING People’s Choice Award
Laureaat ING People’s Choice Award 2013
Helmut Stallaerts is voornamelijk een schilder, maar maakt ook installaties, foto’s en films. De figuur van de nar komt regelmatig terug in het werk van Stallaerts als reflectie op zijn positie als kunstenaar en het kunstenaarschap in het algemeen in onze maatschappij. De nar heeft een uitzonderlijke vrijheid in zijn relatie tot de heersende orde, hij kan bepaalde zaken aan de kaak stellen en het publiek inspireren. De heersende orde is minder en minder zichtbaar en in de complexiteit van de ‘maakbare’ neoliberale maatschappij, is het voor de nar alsmaar moeilijker zijn kunstje op te voeren. Stallaerts stelt zich de vraag hoe hij zich als kunstenaar tegenover deze situatie moet positioneren: welke artistieke uitdrukking is nog mogelijk in een context waar de illusie van snelheid en nieuwigheid, kunst als koopwaar, de drang naar image-building de overhand nemen, en waar men al te vaak geconfronteerd wordt met onverschilligheid?
De vraag naar macht en machtsverhoudingen komt vaak terug in zijn werk. Controle en onderwerping maken deel uit van de ontwikkeling van een cultuur. De poging om (mentale) ruimten af te bakenen los van de macht is uiteindelijk een ‘sisyfusarbeid’. Alternatieve ruimten bestaan in de moderne maatschappij nauwelijks, bijna overal is de macht aanwezig.
Jasper Rigole – Crowet Prize
Laureaat Crowet Prize 2013
Sinds 2005 werkt Jasper Rigole aan zijn multimediale project Het Internationaal Instituut voor de Conservatie, Archivering en Verspreiding van Andermans Herinneringen (IICAVAH). In dit project staat zijn archief van 8mm-films, foto’s en voorwerpen centraal. Deze steeds groeiende verzameling bestaat uit gevonden ‘egodocumenten’, voornamelijk afkomstig van rommelmarkten en tweedehandswinkels. Deze herinneringsdocumenten verwerkt hij via foundfootage-technieken zoals ‘cut & paste’ tot autonome kunstwerken. Voor de Young Belgian Art Prize toont Rigole 2 film-installaties, Temps Mort en Attraction, die telkens een categorie behandelen van zijn archief van 8mm-beelden.
Philippe Van Wolputte – ING Prize
Laureaat ING PRIZE 2013
De installaties, tussenkomsten en collages van Philippe Van Wolputte tonen of suggereren de mogelijkheden van verlaten, verwaarloosde locaties die een belangrijke functie hebben in het geheugen en het sociale landschap van een stad en in zekere zin een eigen schoonheid bezitten.
De kunstenaar legt de interpretatie van zijn ervaringen tijdens de interventies en de strikt persoonlijke manier om deze ruimten te bekijken, vast in foto’s, video’s en collages. In zijn installaties geeft hij een nieuw leven aan geheimzinnige locaties die hij tijdens zijn exploraties ontdekte. Hij onderzoekt de functionaliteit en de mogelijkheden door deze plaatsen om te vormen tot tijdelijke schuilplaatsen of werkplaatsen voor kunstenaars. In de beelden en documenten die hij van zijn interventies maakt, speelt hij met de fetisjen van de kunstdocumentatie. Daardoor lopen fictie en realiteit in elkaar over.
Wat is achtergelaten, weggelaten, verlaten of vergeten, is een continue inspiratiebron voor Philippe Van Wolputte. In zijn video Looking Back While Walking Forward volgt Van Wolputte een groep personages in een soort van fictieve documentaire, en observeert nauwgezet hun stedelijke exploratietocht van achter de lens. Wat de ware reden is van hun verkenningstocht en wie deze mensen juist zijn, blijft in het ongewisse, wat zorgt voor een bevreemdend verstoppertjesspel tussen fictie en realiteit.
Shelly Nadashi
Met haar creaties van voorwerpen, tekst en live performances doet Shelly Nadashi de grenzen tussen verschillende uitdrukkingsvormen vervagen. Op die manier brengt ze de aandacht van de toeschouwer voortdurend van het ene naar het andere element. De artistieke taal die op die manier ontstaat is bijzonder apart, met een geheel eigen humor die noties zoals performer, middel en publiek wegtrekt uit hun netjes omlijnde betekeniskaders.
Haar werk voor de Young Belgian Art Prize bestaat uit een reeks grote pot-posters en vogelverschrikker-poppen samen met een geprojecteerde video. De vogelverschrikkers zijn kleiner dan een mens maar groot genoeg om kleine kinderen nieuwsgierig of bang te maken. Door een gat in hun rug kan iemand bezit van hun lichaam nemen en hen in beweging zetten. De reeks posters toont een pot die in verschillende houdingen zijn schaduw op het papier werpt en die op zo’n manier in verf werd vastgelegd dat het doet denken aan de primitieve druktechnieken. De vogelverschrikker-poppen en de pot-posters staan op verschillende manieren met elkaar in verbinding; ze hebben gelijkaardige afmetingen en beide roepen het idee op van een membraan rond een lege ruimte en halen zo de noties van binnen en buiten door elkaar. De film A Place for Commas and Dots verbindt ritmische beweging en een abstracte verbeeldingswereld met gesproken tekst. Er wordt een monoloog gepresenteerd vanuit het perspectief van Mishka Kapoot, een naar Brussel uitgeweken pooier uit de Sovjet-Unie. Het verhaal dat langdradig, overdreven ingewikkeld en bovenal vulgair is, wordt verteld door de kunstenares en beschrijft hoe Mishka een dreigbrief dicteert die geadresseerd is aan de vrouw van een van zijn handlangers. De complexiteit van Kapoots amorele vertelling wordt geïllustreerd en gecontrasteerd met de tollende beweging van een voorwerp in papier-maché, waar laag-bij-de-grondse taal en HD technologie elkaar treffen.