2015
Emmanuel Van der Auwera – LANGUI PRIZE 2015
Laureaat LANGUI PRIZE 2015
Emmanuel Van der Auwera maakt video’s, foto’s en installaties waarmee hij concepten ontrafelt als het onzichtbare zichtbaar maken, de leemte, het gemis of de leegte. Uit de politieke, historische of wetenschappelijke context en verwijzingen die hij in zijn werk opneemt, kristalliseert zich een cryptische perceptie van de werkelijkheid. De dingen waarmee hij een interactie aangaat, staan op het punt te veranderen. Ze ondergaan een metamorfose. Het zijn fenomenen die de vele dimensies van de werkelijkheid in vraag stellen. Ze leveren situaties op waarbij de logica gedeconstrueerd en blootgelegd wordt. Ze nodigen je uit om over onze relatie met de wereld na te denken. Met virtuele werelden en nieuwe communicatietechnologieën ondergaat de perceptie ongetwijfeld een paradigmaverschuiving. Zo ontstaat een nieuwe onwennigheid voor heel wat aspecten van onze interactie met de wereld en met anderen.
Hier stelt Van der Auwera de film A certain amount of clarity (30 min.) uit 2013 voor. De film bestaat uit videoboodschappen die op het internet zijn gepost. Elke video toont een tiener en zijn emotionele reacties terwijl hij op YouTube een film bekijkt van een moord die echt gepleegd is. De emoties variëren van morbide passie tot afschuw, twijfel en nieuwsgierigheid. Je ziet geen beelden van de originele film met de moord, maar alleen de reacties die hij heeft uitgelokt. Bij de montage wisselde Van der Auwera gezichtsuitdrukkingen vol afschuw af met re-ensceneringen en verklaringen die net zo emotioneel worden afgelegd als bij een getuigenis in de rechtbank. Dat wekt een steeds meer benauwende spanning op.
Van der Auwera maakte ook een publicatie voor de tentoonstelling in het formaat van een krant. Het verhaal van A Certain Amount of Clarity goot hij in de vorm van een rage comic. Dit zijn kleine, groezelige stripverhalen, die zeer populair zijn bij jongeren op het internet. In een rage comic wordt schoonheid gereduceerd tot een minimum.
Emmanuelle Quertain – CROWET YOUNG BELGIAN ART PRIZE 2015
Laureate CROWET YOUNG BELGIAN ART PRIZE 2015
Schilderen betekent voor Emmanuelle Quertain een fundamentele tegenstrijdigheid: voor een schilderij gaan staan waarvan je bijna niets afweet en beginnen te schilderen zonder te weten waarheen het creatieve proces je leidt. We hebben de neiging om te academisch over schilderkunst na te denken. De essentie van kunst steunt niet alleen op technische vaardigheid, maar vooral op het bieden van een perspectief op de werkelijkheid.
In het Paleis voor Schone Kunsten probeert Quertain de broze grens tussen schilderij en ruimte aan te tonen. Ze laat een soort collectie stalen zien waarin ze haar meest overtuigende kleuren aanreikt in de verhouding tussen het schilderij en de tentoonstellingsruimte. Dat leidt tot schilderijen die in diptiek eenzelfde fotografische ruimte tonen, telkens geplaatst in een ‘binnen-’ en ‘buiten-‘ omgeving. Alles baadt in dezelfde kleur, ongeacht de context. Met allerlei kunstmatige nuances past Quertain haar schilderijen aan de ruimtelijkheid van de zalen aan. Ze leidt je blik naar noties van warmte en koude, neutraal of getint. Je wordt naar het punt gebracht waar het oog het schilderij en de ruimte met elkaar verbindt. Op dat esthetische ogenblik zie je de ruimte en de werken met nieuwe ogen.
Floris Vanhoof
Floris Vanhoof is geïnteresseerd in de hybride vorm van muziek, foto en film. Projecties en muziek uit een modulaire synthesizer staan centraal in zijn werk. Zijn eerste projecties waren experimentele films op 16 millimeter die evolueerden naar zuiver visuele ervaringen waarbij hij kijkpatronen in vraag stelt. Zijn inspiratiebronnen zijn de structurele film en de vroege elektronische muziek.
Vanhoof maakt zijn instrumenten en installaties zelf en verkent het grensgebied tussen beeld (film of dia’s) en licht (projectie). Als media-archeoloog, confronteert Floris Vanhoof de digitaal verwende bezoeker met flikkerende 16 mm-films en dia-installaties, formaten die gedoemd zijn te verdwijnen. Hij kiest doelbewust voor analoge technologie, niet om nostalgische redenen, maar omdat hij wil experimenteren met wat vroeger als hightech werd beschouwd. Zijn werk bevat ook nieuwe technologieën zoals microprocessoren. Technologie is geen doel op zich maar een middel om nieuwe beelden, ideeën en klanken op een poëtische manier te verkennen.
Voor Stripes past Vanhoof de ‘phase-shifting’-techniek toe op film. Steve Reich en Brian Eno gebruikten in hun muziek deze techniek voor bandrecorders. Eindeloze variaties van elkaar overlappende horizontale strepen geprojecteerd door 16 mm-projectoren veroorzaken een bijzonder optisch effect. In zijn tweede installatie gebruikt Vanhoof vier dia-projectoren om aan de hand van een serie foto’s van monsterlijke hoofden je aandacht te vestigen op het proces van het kijken zelf. Hiermee experimenteert hij met de traagheid van het oog, met macrobeelden en met de korrel van de film. Net zoals bij de vorige installatie, waarbij de strepen nu eens scherp en dan weer wazig zijn en op onze oogspieren inwerken, zorgt ook deze installatie voor interactie met je lichaam en je perceptie.
Hamza Halloubi
In zijn videocreaties werkt Hamza Halloubi aan het idee van het reizen van beelden. Hoe moeilijk is het om iets te maken? Wat is de scheidslijn tussen fictie en documentaire? Halloubi is gefascineerd door de ruimte tussen die twee genres. In zijn werk creëert hij een verhaal dat ergens tussen de persoonlijke en de collectieve geschiedenis in zit. Het is een persoonlijke kijk op een gebeurtenis, met een subjectieve benadering die de officiële visie in vraag stelt. Halloubi is ook geïnteresseerd in de grammatica en de semiotiek van film en taal. In zijn films ontwikkelt hij een esthetiek waarbij hij de interne poëzie van menselijke ontmoetingen met een conceptuele aanpak probeert te combineren.
Hier kan je nieuw werk van Halloubi bekijken. Ivre à Tunis is een boek met korte teksten en fotogrammen die hij ontleent aan een videofilm met een nachtscène waarin een jongeman de vlucht van de dictator Ben Ali viert in de verlaten stad. De video-installatie Late gaat over de intellectueel Edward Said. Het is een artistieke kijk op de intellectuele reis van een schrijver. Je ziet een visuele en musicale compositie met beelden van een New Yorkse opera in ruïne. Je hoort de stemmen van de auteur en van Mariam Said, de weduwe van de intellectueel. Passage is een video die Halloubi in Jeruzalem filmde. De camera zit voor het grootste deel in Halloubi’s zak terwijl hij een bezoek brengt aan de Al-Aqsa Moskee in het oude centrum van de stad. Dit vrij abstracte beeld met op de achtergrond stadsgeluiden waaronder die van de gebedsoproep van de muezzin geeft van een gewone wandeling een bijna mystiek beeld van de tocht die werd afgelegd.
Hana Miletic – BOZAR PRIZE 2015
Laureate BOZAR PRIZE 2015
Hana Miletić gebruikt straatfotografie als katalysator om publicaties, performances en installaties te maken. In haar werk toont ze zich kritisch voor sociale en politieke vraagstukken in Europese steden. Ze concentreert zich vooral op een zorgvolle – (re)presentatie van verhalen van immigranten. Miletić zoekt voortdurend nieuwe manieren om uitwisselingen en samenwerkingen in haar artistieke proces te integreren.
Miletić is al vier jaar mentor van La Frénétick, een collectief van jonge Brusselse rappers. Tijdens deze samenwerking verdiepte ze zich in het experimentele potentieel van poëzie en hiphop. In het Paleis voor Schone Kunsten organiseert ze elke dag live lezingen uit de dichtbundel Tenir Paroles. Die bundel is gebaseerd op songteksten van La Frénétick. Elke dag zal de bundel voorgelezen worden door een ander individu die op haar of zijn persoonlijke, sociale context reageert door middel van gestileerde vormen van taal. Ze heeft een lees- en luisterruimte ingericht waar je naar voorlezers kan luisteren of zelf in de bundel kan lezen. Bij BOZAR zoekt Miletić een manier om de ruimtelijke en tijdelijke middelen van een kunstenhuis te delen. Ze maakt ook een audio-opname van een optreden van La Frénétick in een van de concertzalen. Die opname wordt als single uitgebracht en tijdens een performance voorgesteld tijdens het slotevent en de prijsuitreiking aan het einde van de tentoonstelling.
Het voorleesmoment vindt iedere dag plaats om 14 uur of om 19 uur tijdens de nocturnes op donderdag. (geen nocturnes tussen 21/07 > 15/08).
Zie hier het overzicht van de lezingen.
Hannelore Van Dijck
Hannelore Van Dijck tast oppervlakken af in haar houtskooltekeningen. Het diepe zwart van de houtskool is verfijnd en fragiel. Het tijdelijke karakter van de tekening bekrachtigt de poëtische kwaliteiten van het broze tekenmateriaal. Door het behoud niet na te jagen, wordt de tekening bezield met een ultieme kwetsbaarheid.
Van Dijck focust op de setting. Binnen het nauwe contact met het materiaal zoekt ze naar ruimtelijkheid, licht en structuren. In verstilde en recht-door-zeecomposities verkent ze de spanningsboog tussen detail en geheel, waarin het detail voor een gevoel van realiteit en intimiteit zorgt. Met tekeningen die de hele ruimte vullen, probeert ze een nieuw soort ruimte te creëren. Daarmee duidt ze de originele architectuur van de locatie. De afbeelding verwerkt inherente kwaliteiten van de gekozen omgeving. Van Dijck gebruikt die om iets nieuws te maken, een ruimte in een ruimte die duidelijk een eigen gevoel uitstraalt. Je wordt in de afbeelding gezogen.
Sinds kort verdiept Van Dijck zich in ‘liminale’ ruimten, de ruimte als overgang, als grijze zone. Ruimten waarin bewogen wordt. Hier stelt Van Dijck een werk voor dat speciaal voor het Paleis voor Schone Kunsten is gemaakt. Ze bekijkt de architectuur van de tentoonstellingsruimte en beschouwt de ervaring van het bezoek als een wandelroute die je kan raken en veranderen als was het een overgangsrite. Met haar tunnel bakent ze een transit af in de wandelroute doorheen het Paleis en zo verheft ze de wandeling tot kunstwerk.
Katrin Kamrau
Katrin Kamrau verzamelt niet zomaar voorwerpen, prints en foto’s. Ze stelt ze op in de ruimte zodat je als toeschouwer wordt uitgedaagd om stil te staan bij het gebruik van deze beelden in de media en de samenleving van vroeger en nu.
In het werk SPEKTRUM*objekt18(portrait)II uit 2015 zie je 43 portretten die elk een percentage geel (Y) of magenta (M) te veel of te weinig bevatten. Deze prints zijn gebaseerd op de schematische voorstelling van een kleurdiagram uit het boek Fotograferen voor iedereen (The Joy of Photography, Eastman Kodak Company, Addison-Wesley Publishing Company, 1979). In analoge tijden gebruikte de fotograaf zo’n schema om in een hoog tempo zo neutraal mogelijke foto’s te maken. Voor Kamrau is dit een uitdrukking van een typisch westers denkpatroon.
Dit denkpatroon brengt ze ook aan het licht in SPEKTRUM*shelf uit 2013. Zes rekken met foto’s zoomen in op een parameter van de fotografie: de tijd, de blik van de toeschouwer, de waarneming, het licht, de compositie, … . Als je het geheel bekijkt, merk je dat de fotograaf een zekere macht uitoefent op de persoon die voor de camera staat.
Net als in de reeks SPEKTRUM* zijn thema’s als sociale relaties, machtsverhoudingen, netwerken en rolmodellen verweven met de geprinte beelden van haar jongste werk Testreihe I – VI uit 2015. In deze serie reconstrueert Kamrau een reeks composities uit test-afbeeldingen in het interactieve decor van een studio. Je kan op dezelfde plaats gaan staan als het model in de originele afbeelding. Zo betrekt Kamrau je niet alleen bij het kunstwerk, ze laat je er ook een deel van uitmaken.
Lola Lasurt
De Spaanse Lola Lasurt houdt zich bezig met het recente verleden. Ze zoekt manieren om productief met het concept ‘nostalgie’ om te springen door kritisch en open met het verleden om te gaan. Bij BOZAR toont ze drie werken, verdeeld over het hele tentoonstellingsparcours.
In de Rotonde Bertouille laat The Match (2014) de voetbalwedstrijd herleven waarbij getrouwde vrouwen tegen vrijgezelle vrouwen speelden in 1976, op het jaarlijkse feest van de Spaanse communistische partij, een jaar voor ze als legale partij werd erkend. Typisch voor Lasurt bevindt het werk zich op het kruispunt tussen haar persoonlijke interesse (hier emancipatie) en gemeenschappelijke belangen.
Een heel eind verder in de tentoonstelling ontdek je het stripboek A Visit to the CP Nel Museum with Mo. Mo is de Zuid-Afrikaanse striptekenaar Mogorosi Motshumi (°1955), een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het Zuid-Afrikaanse stripverhaal in de laatste jaren van de apartheid. Lasurt en Motshumi leerden elkaar kennen tijdens haar residentie bij Greatmore Art Studios in Kaapstad. Ze bleven contact houden door elkaar via de traditionele post brieven te sturen. In zijn brieven leerde Motshumi aan Lasurt hoe ze met de specifieke striptaal moest omgaan. Hier zie je een kunststripboek met fragmenten van de briefwisseling. Je ziet ook een reeks lithografieën die in het Frans Masereel Centrum in Kasterlee zijn gedrukt, waar Lasurt ook als kunstenaar in residentie aan het werk was. Het zijn uitvergrote fragmenten van de tekeningen die ze voor het boek maakte.
De video-installatie Double Authorization (2014) ontstond op het kruispunt van twee verhalen verbonden aan herdenking in de openbare ruimte. Het eerste verhaal verwijst naar de verhuizingen en kopieën van een monument voor de anarchist en pedagoog Francesc Ferrer i Guàrdia. Het monument werd in 1911 gebouwd op het Sint-Katelijneplein in Brussel en in 1990 verscheen in Barcelona een kopie. Op de centrale videoprojectie zie je de gelijktijdige bloemenherdenking in de twee steden en het dagelijkse leven rond het monument. Het andere verhaal waarover Lasurt een video maakte gaat over de naamsverandering van een plein in Mont-roig del Camp. In 1979 werd de Plaça del Generalísimo Franco omgedoopt tot Plaça de Joan Miró.
Max Pinckers & Michiel Burger
De fotografen Max Pinckers en Michiel Burger werken samen aan een project dat ontstond in het Londense Archive of Modern Conflict (AMC), een privéarchief en -uitgeverij die kunstenaars uitnodigt om met zijn collectie te werken. Pinckers en Burger werden geïnspireerd door een verzameling van Brits propagandamateriaal over de opstand van de Mau Mau-beweging die zich richtte tegen de Britse koloniale overheid tussen 1952 en 1960, een controversiële episode uit de Keniaanse geschiedenis.
Volgens Pinckers en Burger zijn beelden door hun visuele taal altijd politiek geladen, rechtstreeks of onrechtstreeks. De installatie in het Paleis voor Schone Kunsten en het bijhorende fotoboek tonen een beeldencorpus dat uit verschillende delen bestaat en die met elkaar in dialoog gaan. Het werk bevindt zich tussen twee tegenstrijdige strategieën: de koloniale propaganda en de hedendaagse Keniaanse voorstelling van de Mau Mau, die evenwel berust op westerse iconografie. In de Britse propaganda werden de Mau Mau als beesten voorgesteld. Dat contrasteert met de hedendaagse Keniaanse voorstelling van de Mau Mau die als vrijheidsstrijders worden geprezen.
Met deze twee tegenpolen als vertrekpunt toont het duo visuele interpretaties van een stuk geschiedenis dat in extreme mate door ideologie is bezoedeld. Ze wijzen op de invloed die beelden hebben en op hun manipulatieve kracht om de geschiedenis vorm te geven. Tot slot zie je ook beelden die Pinckers en Burger recentelijk in Kenia maakten en verzamelden.
De kunstenaars willen geen waarheidsgetrouwe voorstelling van het onderwerp geven of momenten uit de Keniaanse geschiedenis belichten. Ze willen de betekenis van beelden in een nauwkeurig omschreven kader ontleden. Ze gieten ze in een nieuwe context en manipuleren ze. Tegelijk pogen ze meer inzicht te verschaffen in de manieren waarop een onderwerp kan worden voorgesteld.